Q&A

Brusselstem

1. Wat is Brussel vandaag?

Brussel is vandaag een superdiverse en meertalige grootstad van 1,2 miljoen inwoners, bijna 400.000 pendelaars, 183 nationaliteiten en meer dan honderd talen. Als de meest kosmopolitische stad van ons land, is Brussel een open en gastvrij stadslabo.

2. Wie is de Brusselaar vandaag?

De Brusselaar is niet zomaar exclusief te vatten als Brusselse Vlaming of Vlaamse Brusselaar, Franstalige, Belg, EU-onderdaan, immigrant of allochtoon. Brusselaars hebben vandaag vaak een meervoudige identiteit. Wie in Brussel komt wonen zal Vlaming noch Franstalige worden. Hij of zij zal zich misschien wel ooit Jettenaar, Brusselaar, Belg, Europeaan en wereldburger voelen of noemen. Moslim, gelovige of atheïst. Anderlecht- of RWDM-supporter. Veel dingen tegelijk. En dat vinden ze fijn. Wat mensen in een grootstad als Brussel verbindt, is burgerschap, thuis zijn in een grote, levendige stad.

3. Hoe werkt de politiek vandaag in Brussel?
Bij de verkiezingen voor het Brussels Parlement moet je als kiezer in het stemhokje eerst kiezen tussen een van de twee taalgroepen. Dan pas kan je je stem uitbrengen voor een politicus of een partij van je taalgroep. Die regeling beantwoordt vandaag niet meer aan de meerdere en diverse identiteiten die de Brusselaars zich eigen hebben gemaakt. Brusselse kiezers zijn minder en minder kiezers die zich verbonden voelen met één taalgroep of één gemeenschap alleen. Daarom heb ik het voorstel van de tweede stem geformuleerd, de Brusselstem.
4. Wat is dat dan, die tweede stem of Brusselstem?
Met de Brusselstem wil ik een vrije, bijkomende stem geven aan elke Brusselse kiezer. Naast de gewone stem kan elke Brusselse kiezer dan ook stemmen voor kandidaten van een lijst uit de andere taalgroep. De kiezer kan zo aangeven welke politicus van de andere taalgroep  zijn vertrouwen geniet, naast een politicus van zijn eigen taalgroep.
5. Wat is het voordeel van die tweede stem voor de kiezer?
Veel Brusselaars die Nederlands- of Franstalig zijn, spreken vlot of minstens toch ook een mondvol Frans of Nederlands. Veel kiezers komen in contact met de andere taalgroep. Kinderen groeien op in gezinnen waar meer dan één taal gesproken wordt. Nederlandstalige kinderen gaan dan weer misschien naar een Franstalige school of omgekeerd. De taalgroepen die de staatshervorming van 1970 heeft opgericht, zijn dus een beetje ingehaald door de stadsrealiteit.

De Brusselstem kan daar een antwoord op bieden. Door een politieke brug te slaan tussen Nederlandstaligen en Franstaligen. Politici uit beide taalgroepen worden gestimuleerd om van zich te laten horen in beide taalgroepen, in heel Brussel dus. In debatten, in de media en op straat. Ook de Brusselse kiezer krijgt de mogelijkheid om zich tot beide taalgroepen te richten. De Brusselstem kan de kiezer goesting geven om ook politici van de andere taalgroep te leren kennen en hen een stem te geven.

6. Welk effect zal die tweede stem hebben op de Brusselse politici?
Als politici stemmen kunnen winnen bij kiezers uit de andere gemeenschap, zullen ze zich meer openstellen voor mensen uit die andere gemeenschap. Politici zullen een inspanning leveren om een breder draagvlak te vinden voor hun ideeën in een breder kiespubliek, niet alleen in een taalgroep maar in heel de stad. Met die openheid voor de andere, komt de interesse, stijgt het begrip en verdwijnen de vooroordelen. Groeit er dialoog en ontstaat er wederzijds respect. Beseffen mandatarissen en burgers dat ze in onze stad over dezelfde putten struikelen, in dezelfde files staan, naar dezelfde restaurants of cafés gaan. Zien ze in dat ze veel meer gezichts- en standpunten gemeen hebben dan ze dachten. Dat ze medeburgers zijn in één groot en democratisch geheel. Dat ze met gemeenschappelijke belangen aan dezelfde toekomst werken. Een toekomst voor alle Brusselaars.
7. Waarom nú het idee van de tweede stem?
Het idee heb ik al eens gelanceerd, zeven jaar geleden. Ik doe het nu opnieuw omdat de geesten verder gerijpt zijn. Het gevoel van verbondenheid tussen alle inwoners is vandaag sterk toegenomen. In het Nederlandstalig onderwijs in Brussel zitten de leerlingen bijvoorbeeld al decennia zeer taalgemengd in de klassen. Culturele instellingen van beide gemeenschappen werken samen, organiseren festivals, optredens of concerten. Jonge Brusselaars stellen zich steeds meer en luider de vraag of die opdeling in taalgroepen nog zin heeft. Of die nog wel strookt met de realiteit. En tegelijk zien ze er beter dan ooit het nut van in om vreemde talen te leren. De aanslagen van 22 maart hebben ons in Brussel nog sterker bewust gemaakt van onze onderlinge band. Wij Brusselaars zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Wij voelen ons sterker dan vroeger één, soms in angst en in zorgen, vaak in enthousiasme en veerkracht. In de vastberadenheid om met Brussel dringend een nieuwe weg in te slaan. Een weg van samenwerking. 
8. Maakt die tweede stem het politiek landschap in Brussel niet nog ingewikkelder?
Brussel krijgt vaak het verwijt ingewikkeld en complex bestuurd te worden. Toegegeven, het politieke landschap in Brussel is ingewikkeld. Dat is het gevolg van onze geschiedenis in Brussel en in België, maar dat zou ons te ver brengen. Ik wil vooruit, naar de toekomst kijken en wat complex is niet complexer maken. Daarom is bruggen slaan vandaag belangrijk. Ook in de politiek. Veranderingen komen niet zonder slag of stoot en vergen tijd. De Brusselstem is een stap vooruit. Het debat voeren over waar het vandaag om draait: superdiversiteit, burgerschap en verbondenheid.
Op termijn zal de tweede stem tot een eenvoudiger Brussel leiden, dat beter wordt bestuurd. Boven de taalgroepen zal men gemakkelijker samenwerken als men elkaar begrijpt en respecteert.
9. Zal de tweede stem geen bedreiging inhouden voor het Nederlands of Vlaams karakter van Brussel?

Sommigen vrezen dat de Vlamingen als een van de kleinere minderheden in dat superdiverse Brussel het gelag zullen betalen: dat hun taalrechten niet langer worden gerespecteerd, dat de banden met Vlaanderen losser worden of zelfs doorgeknipt. Ik ben ervan overtuigd dat dit allemaal niet zal gebeuren. De Vlaamse instellingen in Brussel staan vandaag voor kwaliteit. Ik zie dat het Vlaamse cultuurleven sterker dan ooit bloeit. Ik stel vast dat ondanks de enorm toegenomen verscheidenheid van talen en nationaliteiten, het Nederlandstalig onderwijs nooit zo succesvol is geweest als vandaag. Duizenden leerlingen en studenten die niet in het Nederlands zijn opgevoed, komen hier studeren, zitten hier op de schoolbanken en in de aula’s. Allemaal willen ze meertalige, goedgeschoolde en Nederlandskundige afgestudeerden worden. Ze zullen met hun diploma en de meerwaarde van hun meertaligheid werk vinden in Brussel maar ook aan de slag kunnen in Vlaanderen. Want Brussel is als open, gastvrije en kosmopolitische stad geen eiland.